Ik ben niet echt een sieradenmens. Nog nooit heb ik echt een duur sieraad gehad – Casper en ik zijn niet getrouwd, dus ik heb ook geen trouwring. Toen Mus werd geboren, kreeg ik van mijn moeder haar gouden jasseron-ketting. Mijn vader gaf me ook een prachtig cadeau: een zilveren sieradendoosje met daarin een gouden ketting die van zijn moeder (mijn oma) was geweest. Het bonnetje, uit 1976, zat erbij. Ik bewaarde die schatten op een speciale, veilige plek in de kast. Soms haalde ik ze eruit om ze te bekijken.
Sinds vorig jaar speelde ik met de gedachte om een nieuw sieraad te laten maken van het ‘oude goud’ in de kast. Het idee dat ik de sieraden van mijn familie bij me zou dragen in plaats van ze weg te stoppen, voelde eigenlijk heel fijn. Wat me tegenhield, was de uitvoering en mijn eigen perfectionisme. Hoe zou ik iemand kunnen vinden die precies snapte wat ik bedoelde? Dat laatste bleek inderdaad nogal een uitdaging, maar sinds deze week is ‘ie dan echt af: mijn zelfontworpen ketting. Ik draag ‘m met trots.
In the past years, I collected an impressive collection of gold from my family: a necklace, ring and some pendants from my mother and a really special necklace from my grandma, (including the receipt, from 1976, and a beautiful silver box) a gift from my father. I kept this treasures on a safe place and looked at them every once in a while. Last year, I came up with the idea of creating my own jewelry out of my family’s gold. I felt so much better carrying it along with me, instead of keeping it somewhere hidden. Realizing this idea became quite an achievement, but I’m so thrilled with the final result. I’ll wear my necklace with love and pride.