Vrijdagavond 6 mei. Ik ben klaar met die zwangerschap. 41 weken en een dag duurt het nu al. In het ziekenhuis, waar ik die dag geweest ben, spreken ze resoluut van inleiden als de baby er niet snel uitkomt. We besluiten maar iets leuks te gaan doen, want van thuis op de bank zitten en afwachten worden we allemaal chagrijnig. We gaan naar een dorp verderop. In een babywinkel zie ik de ‘Hello world!’-romper. Ik hou ‘m vast, bekijk ‘m en leg ‘m terug. Wat een onzin, de baby heeft genoeg rompers. Ik kijk wat verder. Pak de romper nog eens. Leg ‘m resoluut terug; die baby komt toch niet. Het is vast de eerste baby die tot 45 weken blijft zitten. Ik draai me om, kom op, we gaan. Casper ziet mijn twijfel. Hij pakt de romper, rekent ‘m af en geeft het tasje met romper aan mij. ‘Voor als de baby er is.’ De volgende ochtend wordt Mus geboren. Hello World!