Als kind van de jaren ’80 ontwikkelde ik al snel een diepgewortelde haat voor alles wat uit de jaren ’70 afkomstig was. De combinatie van bruin en oranje bijvoorbeeld roept nog steeds een bijna fysieke reactie van walging bij me op. Hetzelfde geldt voor kurk, plantenhangers van macramé, wandkleden en, je voelt het aankomen, Monstera’s. Als ik dit soort iconen van de jaren ’70 tegenkom, ruik ik weer de intense rooklucht die in de bedompte huiskamers uit die tijd hing en voel ik de hoofdpijn die ik als kind kreeg als ik bij mensen met zo’n huiskamer op bezoek moest. Ik associeer bovendien de geur van natte honden met dat soort huiskamers. En wierook, die de rooklucht moest overstemmen en waar ik ook hoofdpijn van kreeg. Ik had het, zo terugkijkend, maar zwaar. Groot was mijn opluchting toen de woonkamers in de jaren ’80 en later in de jaren ’90 steeds lichter werden. Dat kwam doordat bruin en oranje uit de mode raakten, maar ook omdat men massaal die enorme urban jungles bij het grofvuil zette. Wat een verlossing.
Ik was dus niet bepaald verrukt toen de kamerplantenhype enige jaren geleden terugkeerde. Om eerlijk te zijn dacht ik dat die zogenaamde hipsters gek waren geworden, helemaal toen bleek dat ze ook nog fanatiek plantenhangers gingen macrameeën. De jaren ’70 zijn mij nog te kort geleden. Ik hou wel degelijk van planten hoor (heel erg van de natuur zelfs), en had altijd sowieso wel één of meerdere grote kamerplanten in huis. In het archief van mijn blog komt bijvoorbeeld deze grote sanseveria jaar na jaar terug en een tijdje geleden voegden we Wout toe aan onze woonkamer, een heuse boom die geen enkele jaren ’70 associatie bij me oproept. Dat hele hipster urban jungle-gebeuren mocht van mij echter snel weer overwaaien. Er gebeurde het tegenovergestelde. Planten hebben definitief hun weg terug gevonden naar onze woonkamers en eigenlijk is dat helemaal niet erg. Ze filteren immers fijnstof en zorgen voor schonere lucht in huis, een goede zaak dus.
Terug naar mijn afkeer voor de Monstera, de ultieme jaren ’70 plant. Ik denk, terugkijkend, dat de omslag van haat naar liefde ontstond tijdens onze vakantie in La Muralla Roja, waar ik bovenstaande foto maakte. ‘Plants on pink’, een fijne combinatie. Die Monstera bleek een mooie vorm te hebben en verrek, hij groeide niet alleen in bedompte hoofdpijn-huiskamers maar ook gewoon buiten, in een bloembak, bij een van de mooiste gebouwen van de wereld. Ik mocht die plant eigenlijk best wel. Toen onze woonkamer klaar was na de verbouwing, kocht ik geheel vrijwillig een Monstera voor in de greenery achter onze keuken (die zie je hier) en was ik er nog blij mee ook.
Trots kan ik stellen dat ik erin geslaagd ben de Monstera definitief uit mijn lijst van jaren ’70 iconen te schrappen. Toen ik namelijk werd benaderd door Green lifestyle store met de vraag of ik een XXL Monstera wilde ontvangen en hier iets over wilde schrijven, werd ik zowaar erg enthousiast. Mijn liefde voor grote planten gecombineerd met mijn hernieuwde liefde voor de Monstera, het viel allemaal op z’n plek. Eind goed al goed. Nu schittert deze prachtige plant in onze huiskamer, die bíjna in een urban jungle is veranderd. Gelukkig roken we niet.
p.s. Ben je op zoek naar net zo’n Monstera of andere grote kamerplanten? Kijk dan zeker even in de webshop van Green lifestyle store. Zoals ik hierboven al vertelde maakte ik deze blogpost in samenwerking met dit bedrijf. Wens je een fijne dag!